Uit mijn brein

Malaysia day is de dag dat de Maleisiërs hun onafhankelijkheid van het Verenigd koninkrijk vieren. Via een Facebookgroep is me ter oren gekomen dat die dag de eerste legale pokerroom van Penang zou plaatsvinden. Mijn oren staan gelijk gespitst en ik meld me aan zonder me verder in de Maleisische wetgeving te verdiepen.

Sinds de Coronapandemie heeft de wielersport in Maleisië, net als in de rest van de wereld  een vlucht genomen. Op een zonnige zaterdag kun je een rit over het eiland maken en net zoveel fietsers tegenkomen als tijdens de eerste mooie lentedag in de Ronde Hoep. Het aardige aan fietsen in landen in Zuidoost-Azië is dat automobilisten gewend zijn aan pelotons ronkende brommers en scooters om zich heen.

De biodiversiteit staat onder druk, maar is nog steeds waanzinnig Down Under. Wil je koala’s vogelbekdieren of gevaarlijke slangen spotten, dan zul je wel echt de ‘bush’ in moeten duiken. Schrik er echter niet van als er opeens een bijna twee meter grote grijze kangoeroe op je pad hopt.

Wanneer je koud aankomt, is fietsen op Bali absoluut even wennen. Gelukkig heb je hier in de tropen niet lang nodig om op te warmen en kun je met een beetje aanpassingsvermogen heerlijk fietsen op dit Indonesische eiland.

Mijn doel voor vandaag is dus simpel, zo lang mogelijk proberen aan te haken en zo min mogelijk energie verspillen. Mocht ik per abuis in de finale nog iets over hebben, dan geef ik het roer aan mijn sprintersinstinct en laat hem zijn werk doen voor een knappe top twintig klassering.

Het lot legt meer dan eens tijdens deze tochten het venijn, de tragedie of de schoonheid in de staart. Ik krijg het vandaag wederom allemaal voorgeschoteld.

Je hoort de profs in een belangrijke klassieker of grote ronde wel eens zeggen dat ze door een muur van geluid gaan. Vandaag voel ik me heel even prof. Zodra we Nederwetten binnenrijden worden we omgeven door een muur van Domrennergeluid, kippenvel.

Wat doe ik hier? Van alle plekken op de wereld waar ik nu had kunnen zijn ben ik hier. Wie bewijs ik wat? Waar houdt mijn interne motivatie op en waar begint de bewijsdrang naar de buitenwereld? En welke van de twee motiveert mij tot op het kalk van mijn botten om dit te doen?

Als klimaatstrijder weken achtereenvolgend per fiets het slagveld betreden om vervolgens op de terugweg die zuurverdiende vierkante koolstofcentimeters teniet te doen door als sardine in een zwevend blik gezeteld terug in het thuisland aan te komen.

De grootste winst zit hem wat mij betreft in het leren reflecteren op hun eigen (prestatie)gedrag. Als zij in de spiegel kijken, wat zien ze dan? Zijn zij in staat om te zien waar hun sterke punten liggen en waar ze nog kunnen verbeteren? Op dit vlak ligt voor mij ook gelijk de grootste uitdaging.

Hiermee lijkt de gifbeker leeg, want een week later heb ik de knop nog één keer kunnen omzetten. Het Districtskampioenschap vindt alsnog plaats op Sportpark Zielhorst in Amersfoort. Ik steek door de intensieve trainingsuren in blakende vorm en er is nog één kans om dit jaar een prijs te pakken.

Er hangt door het uitblijven van avontuur al een poos een label ´tijdelijk buiten werking´ aan het creatieve deel van mijn brein dat verantwoordelijk is voor het creëren van zinnen in gedachten en deze vervolgens op digitaal papier zet.

Extra kilo’s in 95% van Nederland zijn dus nog niet zo’n probleem, maar zodra de Zuid-Limburgse heuvels aan de horizon opdoemen, gaat dit gewicht tellen. Te weinig bagage daarentegen en men ontneemt zichzelf de luxe van goederen als een tweede onderbroek, een badhanddoek of een tube tandpasta.

De wind staat goed, waardoor mijn teller af en toe de dertig overstijgt. Wanneer ik mijn hoofd naar rechts draai zie ik tussen de strandhuisjes en dennenbomen door het stand en het helblauwe water van de Oostzee, dit geeft me weer een heel klein beetje levensvreugde. Echter ben ik in mijn hoofd nog steeds bezig met het boeken van een terugvlucht vanaf Kopenhagen.