Opnieuw een gastblog van mijn broertje Ronald. Dit voorjaar doorkruiste hij bickepackend Italië en over die belevenissen schreef hij een verhaal. Dit inspireerde mij even later overigens om solo naar Praag te fietsen

Bikepacking Italië

Bikepacking door Italië: Primavera in Italia

Daar zit ik dan. Als ik omlaag kijk zie ik het laatste beetje gras van de berm en als ik omhoogkijk zie ik mijn fiets met daarachter een richel waarop we ons twee seconden geleden bevonden. Tussen daar en hier zat door de lucht 360 graden gestrekt om mijn breedte-as, hetgeen ik op 6-jarige leeftijd van de drie meterplank in zwembad de Hoorn in Alphen aan de Rijn eveneens met ongewenste afloop uitvoerde. Het afgelopen uur heb ik mijn trouwe vriend twee kilometer door de sneeuw geduwd, brak mijn fietstas en zojuist werd bevestigd dat ik minder op Mathieu van der Poel lijk dan ik zou willen. De kaarsrecht omhoogstaande berm omzeilen en tweehonderd meter omfietsen hadden een val van naar eigen schatting 4 meter kunnen schelen. Het was dag één van mijn bikepacking door Italië. Was in de Corona-blessuretijd van München naar Sicilië fietsen wel zo een goed idee? 

Wat nu als dit aanhoudende gebons een hersenschudding is? Ben ik dan eigenlijk wel verzekerd? En wat als ik positief zou testen, vlak voor mijn vlucht in Palermo? Had ik na een half jaar stagelopen in München niet een keer terug naar Nederland gekund voor een bezoek aan vrienden en familie? Ik denk het niet. Als ik de afgelopen tijd iets geleerd heb is dat ik keuzes maak op gevoel en ratio slechts gebruik om de boel de reeds gekozen kant op te beredeneren. Nu ik een jaar een pauze heb in competitieve sport ben ik op 25-jarige leeftijd in een soort tweede puberteit terechtgekomen. Daar horen vallen en opstaan bij en dat gaat soms over de grens met alle gevolgen van dien. Ik neem afscheid van oude gewoontes om ruimte te maken voor nieuwe dingen. Van buitenaf lijkt misschien niet alles logisch, maar ik sta open en verbreed mijn horizon.

Bikepacking door Italië
Fiets al door de sneeuw duwend

Na de voormalige Oostenrijkse deelstaten Zuid-Tirol en Trentino en de verdraaid veel op Zuid-Holland lijkende Pau-vlakte voelt het in Bologna voor het eerst als bikepacking door Italië. Het is het Italië van roodbruine huizen waarvan de was uit de ramen hangt en strakblauwe luchten waaronder gesoigneerde Italiaanse mannetjes van op zijn minst 60 jaar oud in een consistent tempo steile heuvels beklimmen. De Italianen, die ik tegenkom praten over het algemeen matig Engels, maar ik voel me er snel thuis door de vriendelijkheid en interesse van mensen. Als een puber word ik op een avond verliefd op mijn co-host en als een gladiator tegen de aanhoudende Zuiderwind trek ik de volgende ochtend weer ten strijde.

Ik gewoon me aan om te ontbijten als een local op terrasjes van de caffès, waar ik vol trots dagelijks rond half 9 ’s ochtends de volgende zin uitkraam ‘’un caffè e un cornetto con crema per favore’’. De teleurstelling is dan ook groot als ik de wedervraag ‘’Italiano o Americano’’ krijg. Ik hoor ze dan denken: ‘’ben jij ervan op de hoogte dat Satan hier onze koffie brouwt of bedoel je gewoon die gore troep die jullie ten Noorden van de Alpen drinken?’’. Schijnbaar onaangetast geef ik dan aan dat ik inderdaad op de hoogte ben van wat mijn bestelling betekent.

Existentiële crisis in mijn bikepacking door Italië

Een paar dagen na Bologna word ik wakker van een hoog geluid. De dag ervoor was ik gewaarschuwd door Carlo Cesar, eveneens oud-schaatser en nu woonachtig op het Toscaanse platteland, dat er hier in dit gebied veel wilde zwarte zwijnen zijn. Om daar alvast een voorproefje op te nemen hadden we ze ter lunch in de vorm van Ragu al Cinghiale meester gemaakt. Als ik mijn tent openrits zie ik geen verwachte wraaklustige zwijnen, maar de onderkant van een brug waaronder een stapel donkerzwarte stukken hout liggen, die zijn gestrand op dezelfde zandbank als waar ik gisteravond mijn tent deponeerde. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het net 5 uur is geweest. Een snelle rekensom, die het aantal keer wakker worden aftrekt van het aantal uur dat ik daadwerkelijk heb geslapen, leert mij dat ik na 5 dagen en 900 kilometer tegen de wind fietsen vannacht net de 4,5 uur slaap heb aangetikt. Ik ben verrot. Wat doe ik hier? Van alle plekken op de wereld waar ik nu had kunnen zijn ben ik hier. Wie bewijs ik wat? Waar houdt mijn interne motivatie op en waar begint de bewijsdrang naar de buitenwereld? En welke van de twee motiveert mij tot op het kalk van mijn botten om dit te doen?

Het België van Zuid-Europa

Wat ik mooi vind aan bikepacken is dat het een unieke kans is om jezelf en een nader te bepalen omgeving beter te leren kennen. Een man op een fiets, zeker met een daarop bevestigde tent en zonder metgezel, straalt een bepaalde hulpbehoevendheid uit die we in mijn ogen in het normale leven vaak proberen weg te stoppen. Het ‘’ja, ik weet het antwoord op al jouw probleem vanuit mijn levenswijsheid’’ verandert in ‘’het zou echt mooi zijn als ik vanavond ergens kan slapen, bij voorkeur zonder daar geld aan uit te geven’’. Deze plaatsvervangende openheid heeft er bij mij voor gezorgd dat ik naast mezelf ook Italië een stuk beter heb leren kennen.

Wat betreft indeling is het net België. Er is een rijk Noorden, een arm Zuiden en er is één stad waarin alles anders is. Daarmee houdt de vergelijking met België voor mij overigens op. Ik voelde de warmte in het Noorden en alles onder Rome -het Italiaanse equivalent van Brussel- zorgde voor een afstand tussen mij en mijn omgeving. Ik voelde me er niet op mijn plek. Na per boot de straat van Messina overgestoken te zijn was het doel bereikt en heb ik mijn fiets een aai over zijn balhoofd gegeven en in een kartonnen doos gestopt. Toen ik na de daaropvolgende 3 uur durende treinreis de doos als een ware kruistocht van Palermo Centraal door de stad had versleept zag ik door het zweet van mijn wenkbrauwen de eigenaar van mijn hostel bovenaan de trap staan. 

Hij keek me aan en schudde nee. Na goed onderhandelen en het ermee instemmen dat ik inderdaad aan had moeten geven dat ik naar een volkomen leeg hostel een kartonnen doos mee zou nemen mocht ik met Gods gratie mijn fiets in een lege kamer zetten. Toen ik een paar uur later opnieuw de doos opende om hem voor te bereiden op de vlucht kwam de 30-jarige man vergezeld door zijn moeder opnieuw de kamer binnen.

De volgende 15 minuten kreeg ik een temperamentvolle klaagzang te verduren. Dat ik toch ook een mens ben. Dat ik toch ook kan communiceren. Toen ik daarna het geheel bij elkaar probeerde te polderen door te vragen hoe we gegeven de huidige situatie de gemiddeld beste oplossing voor ons allen konden bewerkstelligen keek hij me glimlachend aan en sprak twee woorden: ‘’Sleep well’’. Zijn moeder parlaarde nog wat na waarna ze haar zoon richting bed vervolgde. In alle stilte heb ik mijn fiets in elkaar gezet. De volgende ochtend vloog ik met negatieve Coronatest naar München. Na een avond verhalen vertellen bij Nicolas, vriend in München, stap ik de dag erna opnieuw op de fiets, nu richting Praag. Daar ben ik nu mijn eerste baan begonnen. Misschien word ik ooit volwassen.

Straat van Messina fiets
Made it!!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *